Het is laat
en ik ren
zo hard ik kan
onhandig over straat
Door plassen
Armen gevuld
met plastic tassen
De naad van mijn rok nat
gespat
iPod mono
want andere oor bezet
Ik zeg dat het later wordt
En tussendoor vind ik tijd
om op mijn klok te kijken
Een, twee, drie straten
nog
Mijn hart klopt
Sneller
Twee voeten halen mij in
Ik struikel
Verlies een schoen
en kom ten val
Als een zak appels
rol ik met mijn inhoud uiteen
De grond nat
Ladders in mijn kousen
grindknieën
en een schaaf op mijn kin
Beurs
Ik rust een moment
Graai blind in mijn tas
Klap mijn oogschaduw open
en moedig mijn spiegelbeeld aan
Kan nog best
Natte haren duw ik in een snelle beweging
achter mijn oren en
raap haastig bijeen wat voor me ligt
Sta op en vervolg mijn weg
Ik probeer te rennen
maar steken in mijn zij
remmen af
Ik dwing mezelf de witte strepen
van de zebra te ontwijken
Ook dat nog
Maar ik doe het
anders haal ik het zeker niet
Een verzengende hitte stijgt op
langs de boord van mijn blouse
Verraden door een snor van vocht
en donkere plekken onder mijn armen
sta ik op het punt te ontploffen
Zelfontbranding
Warm, té warm
Vandaag
Steunend en kreunend op mijn dijen
pauzeer ik nogmaals
Even
Rode sporen in mijn polsen
van plastic zakken die
naar beneden getrokken worden
De wet van kracht
Maar ik weiger de pijn, geen tijd
De klok op mijn hielen
tikt mij aan: opschieten!
Mijn verzuurde spieren
trillen
Willen niet meer
wat ik wil
Zuurstof vult mijn longen
en nog eens
loop ik verder
Met stevige slopende pas
kom ik dichterbij
De laatste hoek
om
Mijn oren zijn gespitst
Een brommend geluid klinkt
En ik weet het
Ik heb zojuist de laatste bus gemist
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten